Deze week alweer het tweede bericht in de artikelenreeks over de ‘ins & outs’ van de jaarrekeningen zorg van 2019. De afgelopen weken heeft het nieuws vol gestaan met tegenstrijdige berichten over de jaarcijfers van zorgaanbieders. Het verschil in opvattingen ontstaat doordat (1) een duidelijke toelichting van de analysemethode ontbreekt en (2) er niet wordt gedifferentieerd tussen type aanbieders. Daarom lichten we via een stappenplan toe hoe de analyse van WaarStaatJeZorgaanbieder tot stand is gekomen. Daarna lees je meer over hoe de analyse zich verhoudt tot het werkveld.
- Inclusiecriteria: WaarStaatJeZorgaanbieder biedt een oplossing voor het sociaal domein. Met deze visie includeren wij in onze tool alleen de zorgaanbieders die (deels) gefinancierd worden door gemeenten. Hiermee worden bijvoorbeeld Universitaire Medische Centra niet meegenomen in de analyses. Deze zijn ook niet beschikbaar in WaarStaatJeZorgaanbieder.
- Differentiatie: Veel aanbieders bieden meerdere type zorg. Dat betekent dat zij, naast zorg in het gemeentelijke sociaal domein, ook zorg kunnen bieden wat gefinancierd wordt uit bijvoorbeeld de Wlz of de Zvw. Deze aanbieders dienen gecategoriseerd te worden naar de type zorg die zij leveren. We creëren een harde scheiding tussen type aanbieders aan de hand van het dominante type zorg: het type zorg waarmee de aanbieder het meeste omzet genereert. Om stap 2 te kunnen uitvoeren maken we gebruik van een aparte verdiepende tabel. Helaas is deze slecht gevuld waardoor de populatie van deze analyse bestaat uit totaal 766 aanbieder. Verdeeld in de volgende zorgtypes: GGZ (101), GHZ (126), Jeugdzorg (267) & VVT (276).
Analyse zorgggerelateerde financieringen
De aanbieders, verdeeld naar type zorg, kunnen verder onderverdeeld worden naar de verschillende financieringsvormen. Hieronder worden in twee tabellen (i.e. 2018 & 2019) per type zorg de financieringsbronnen weergegeven. In deze analyse richten we ons alleen op de zorggerelateerde omzet.
De totale zorggerelateerde omzet van deze 766 aanbieders is in 2019 (€ 25.9 miljard) met 7.5% gestegen t.a.v. 2018 (€24.1 miljard). De totale kosten per zorgtype stijgen in 2019 tussen de 6.2% – 8.4%. Hierbij maakt een gehandicaptenzorg aanbieder gemiddeld de meeste omzet (57 miljoen) en de jeugdzorgaanbieder met 8.6 miljoen het minste omzet. De opbrengsten van aanbieders die hoofdzakelijk worden gefinancierd uit het gemeentelijk sociaal domein wijken sterk af ten opzichte van de opbrengsten van aanbieders die andere dominante financieringsbronnen hebben.
Naast de totalen is het interessant om de cijfers per type zorg te bekijken. De GGZ aanbieders maakte in 2019 6.2% meer omzet dan in 2018. +/- 45% van deze omzet is afkomstig vanuit de Zvw en +/- 25% uit de Wlz. Veruit het grootste aandeel van de opbrengsten binnen de GHZ is afkomstig vanuit de Wlz (81%). Driekwart van de omzet binnen de Jeugdzorg is afkomstig uit de jeugdwet. Echter, het omzetaandeel vanuit de jeugdwet is tussen 2018 en 2018 gedaald met 1.1%. Tot slot, de VVT genereert het meeste omzet uit de Wlz (+/- 65%) en de Zvw (+/- 25%). De totale opbrengsten van de VVT aanbieders stijgt, t.a.v. de ander zorg types, het meeste in 2019 (8.4%).
Wanneer we inzoomen op de inkomsten van gemeentelijk gecontracteerde aanbieders zien we dat de jeugdhulpaanbieders voornamelijk hun inkomsten ontvangen uit de Jeugdwet. Echter, als we kijken naar de gemiddelde jeugdwet opbrengsten per zorgtype zien we de jeugdzorg niet specifiek belegd is bij jeugdhulpaanbieders en dat de GGZ en GHZ ook inkomsten genereren uit de jeugdwet. Voor de Wmo aanbieders zit dit anders in elkaar. Zij moeten het voornamelijk hebben van inkomsten uit de GHZ. Kijkend naar de gemiddelde Wmo opbrengsten per zorgtype wordt dit verschil tot wel twee keer groter. Helaas daalt het aandeel van de financieringen uit de Jeugdwet en de Wmo binnen alle type zorg in totaal met -0.7% (Wmo) en -0.9% (Jeugdwet). Het omzetaandeel Wlz over alle type zorg stijgt met 3.3% het hardste.
Met WaarStaatJeZorgaanbieder sterk in het veld
Tot slot, gemiddeld genomen zijn de gemeentelijke financieringen verantwoordelijk voor 20% (jeugdwet 9% en WMO 11%) binnen het totaal aan gemiddelde kosten per financieringsbron. Binnen WaarStaatJeZorgaanbieder zien we dit beeld vaker terug komen. Veel aanbieders halen hogere inkomsten uit de Wlz en Zvw. Dit zegt iets over hoe afhankelijk de gemiddelde aanbieder is van de gemeente, en andersom. Met Waar Staat Je Zorgaanbieder maken we inzichtelijk hoe dit er specifiek voor u en uw aanbieders uit. Zo kunt uw gemeente het contractmanagement strategisch inrichten ter bevordering van het partnerschap met uw aanbieders.
Over twee weken nemen we in kijkje naar de financiële kengetallen per type zorg. Meer weten over WaarStaatJeZorgaanbieder? Neem contact op met Rik de Gier.