Het blijft aan de orde van de dag: transformeren binnen het sociaal domein. Maar hoe doen we dat eigenlijk? En is het ooit afgerond? Als je de gemeenten gelooft, heeft de grote transformatie al plaatsgevonden. Toch lijken zij over het algemeen nog steeds dezelfde dingen te doen. Zo ging het de afgelopen jaren vaak over dezelfde ondersteuning, maar dan tegen een lager tarief, iets minder uurtjes of een andere manier van financiering (lumpsum). Ik ben echter van mening dat dat nog te weinig met inhoudelijke transformatie te maken heeft. En dat is ontzettend jammer, want er is nog zóveel mogelijk! Het wordt dan ook hoog tijd om echt andere dingen te gaan doen. Kan dat? Ja! Het moet ook. Een nieuw programma voor ouderen dat gericht is op (fysieke) zelfredzaamheid en preventieve gezondheidszorg, vind ik hier een mooi voorbeeld van.
Waardevolle ondersteuning
Er ligt een opdracht bij gemeenten om ouderen langer zelfstandig thuis te laten wonen. Met de dubbele vergrijzing wordt dit een ontzettend zware opdracht voor ze. Allerlei woon-zorginitiatieven schieten als paddenstoelen uit de grond om het gat tussen thuis en het verpleeghuis op te vullen. Het lijkt nobel, maar binnen tien jaar hebben al deze bewoners zorg nodig en hebben gemeenten er een extramuraal verpleeghuis bij. Dat gaat gemeenten uiteindelijk behoorlijke kosten voor hulpmiddelen voor deze zorg opleveren.
Van ouderen wordt verwacht dat zij zelfredzaam zijn, het heft in eigen handen nemen en een volwaardige rol binnen de samenleving spelen. Beweging wordt gezien als een belangrijke oplossing. Het is immers uitgebreid aangetoond dat sport en beweging de gezondheid bevordert. Toch blijkt dat de huidige manier van trainen en bewegen nauwelijks bijdraagt aan de fysieke zelfredzaamheid. Veel beweeginterventies bestaan uit algemene kracht- en conditietraining met een focus op de hoeveelheid bewegingen. Langdurig kunnen bewegen wordt impliciet gebruikt als synoniem voor het fysieke functioneren en de zelfredzaamheid. Deze aanname is echter onjuist.
Als gemeenten doen we daar nog een schepje bovenop. Ouderen die aangeven dat ze het huishouden niet meer aankunnen, krijgen huishoudelijke hulp aangeboden. Bij moeilijkheden met traplopen, plaatsen we een traplift en maaltijden worden netjes thuis afgeleverd. Het lijkt alsof we ouderen hiermee ondersteunen, maar feitelijk is het symptoombestrijding. Ze worden hierdoor juist steeds inactiever en het langer zelfstandig thuis wonen wordt een steeds grotere uitdaging.
Echte transformatie
Ouderen hebben vaak moeite met het initiëren van bewegingen, zoals opstaan, of er adequaat op te reageren, als ze bijvoorbeeld struikelen. Hiervoor is explosief spiervermogen nodig, ook wel ‘power’ genoemd. Ouder worden gaat gepaard met drie keer méér verlies van deze power dan van spiermassa. Het is dus logisch dat het steeds lastiger wordt om in beweging te komen. Hoe ouder iemand wordt, hoe inactiever hij of zij wordt en hoe moeizamer de dagelijkse activiteiten verlopen. Terwijl er bij het uitvoeren van dagelijkse fysieke taken juist primair een beroep wordt gedaan op dit explosieve spiervermogen! Door deze power gericht te trainen, wordt het fysieke prestatievermogen van ouderen verbeterd en daarmee de fysieke zelfredzaamheid.
Daar zit de mogelijkheid van echte transformatie binnen het sociaal domein! Andere ondersteuning inzetten dan we nu gewend zijn. Het is immers het resultaat dat telt: langer zelfstandig thuis wonen. Een methode die daar voor mijn gevoel uitstekend op inspeelt, is de HRC Powerful Ageing.
Een methode die werkt
Het programma van HRC Powerful Ageing is erop gericht om ouderen vitaal te maken. De focus ligt daarbij vooral op de bewegingssnelheid tijdens een activiteit in plaats van capaciteit. We kunnen nog zo uitgebreid oefenen om lang te fietsen, maar wat als je de fiets niet uit de schuur kunt halen of er niet op durft te stappen? Hetzelfde geldt als je je conditie wilt verbeteren: als je dit bijvoorbeeld niet gericht traint met het oplopen van een trap, dan zal traplopen een probleem blijven.
De methode bestaat daarom uit een mix van functionele oefeningen die voorkomen in het dagelijkse leven. Er wordt getraind op snelheid en wendbaarheid, functionele activiteiten, balans, reactiesnelheid en (explosieve) krachttraining. De resultaten liegen er niet om. Ze variëren van een bewezen verhoging van de dagelijkse fysieke activiteit tot een verbetering van de ervaren gezondheid, zelfredzaamheid en kwaliteit van leven.
Klaar voor de volgende stap
Kortom, win, win, win. En dat tegen een fractie van de kosten in de slipstream die leidt tot minder inzet van maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en minder zorgkosten (Zvw)! Al is dit natuurlijk niet waar gemeenten het primair voor doen, het is wel mooi meegenomen.
Echt transformeren doen we door als gemeenten andere interventies in te zetten. Het is tijd voor andere maatwerkvoorzieningen in plaats van het regelen van bijvoorbeeld huishoudelijke hulp of het plaatsen van een traplift.
Als adviseur van TransitiePartners zet ik me dan ook graag in om gemeenten te helpen bij de volgende stap in de transformatie om dingen echt anders te doen! Het is namelijk hoog tijd dat er meer van dergelijke interventies op de menukaart van de gemeenten komen te staan. De transformatie staat immers nog maar net in de kinderschoenen…
Benieuwd wat dit voor uw gemeente kan doen? Neem dan vooral contact met TransitiePartners op.