Cijfers kijken, mensen zien

Auteur: Juliette Burmanje

Hoe kunnen beleidsmakers in het sociaal domein sturen op maatschappelijke waarde in plaats van alleen op cijfers? En hoe zorg je dat verantwoording niet verzandt in bureaucratie, maar juist een leer- en verbeterproces is?

Sinds de grote decentralisaties van 2015 dragen gemeenten een zware verantwoordelijkheid voor zorg, participatie en ondersteuning. Of het nu gaat om jeugdzorg, de Wmo of de Participatiewet; lokaal beleid raakt direct aan de levens van inwoners. Juist daarom groeit de druk om aan te tonen dat dit beleid effectief is. Gemeenteraden, rekenkamers en de landelijke overheid willen namelijk weten: doet het sociaal domein wat het moet doen? Maar de vraag “hoe meten we eigenlijk wat ‘goed’ is?” blijkt ingewikkelder dan het lijkt.

 

Van cijfers naar waarde

Tot nu toe ligt de nadruk vaak op cijfers: hoeveel trajecten zijn gestart, wat zijn de gemiddelde wachttijden en hoeveel kost het allemaal? Zulke gegevens zijn overzichtelijk, maar ze vertellen weinig over de maatschappelijke waarde die beleid uiteindelijk creëert. Want wat zegt een wachttijd van zes weken over de ervaring van een jongere in de jeugdzorg? Of wat leert een jaarverslag met aantallen keukentafelgesprekken ons over de kwaliteit van leven van ouderen?

Door sterk te sturen op meetbare output lopen we het risico de essentie van het sociaal domein uit het oog te verliezen. Uiteindelijk gaat het immers om de vraag of mensen zich gesteund voelen, mee kunnen doen in hun buurt of zich minder eenzaam voelen.

 

Verantwoording als leerproces

Daarnaast is de verantwoordingspraktijk versnipperd. Gemeenten leggen verantwoording af aan verschillende instanties: binnen de gemeente aan de gemeenteraad, van de gemeente aan bijvoorbeeld het Rijk, toezichthouders en subsidieverstrekkers. Elk van deze partijen vraagt weer om andere informatie. Het gevolg is een stapeling van verantwoordingsdocumenten, tabellen en rapportages die veel ambtelijke capaciteit opslokken, maar zelden tot nieuwe inzichten leiden. Voor professionals in de uitvoering kan dit aanvoelen als een “afvinkcultuur” waarin administratie belangrijker lijkt dan daadwerkelijk ondersteuning bieden.

Wat vaak onderbelicht blijft is de ervaring van de inwoners. Juist de inwoners weten immers het beste wat beleid met hen doet. Voelen zij zich geholpen of juist van het kastje naar de muur gestuurd? Verhalen van cliënten en professionals geven inzicht in de effecten die niet in cijfers te vatten zijn. Steeds meer gemeenten experimenteren daarom met “narratief verantwoorden” waarbij ervaringen en verhalen een plek krijgen naast kwantitatieve gegevens.

Verantwoording betekent tegenwoordig vaak terugkijken: rapporteren over wat al gebeurd is met de nadruk op fouten die gemaakt zijn. Dat kan nuttig zijn, maar draagt weinig bij aan verbetering onderweg. Wat als we verantwoording meer zouden inrichten als een leerproces? Door bijvoorbeeld regelmatig om tafel te gaan met aanbieders, inwoners en de gemeenteraad kunnen gemeenten sneller bijsturen. Verantwoording wordt dan een hulpmiddel om te verbeteren in plaats van een verplicht nummertje achteraf.

 

Integrale blik op complexe problemen

Armoede, gezondheid, wonen en participatie hangen sterk samen, maar toch meten we in de praktijk vaak nog per domein. De uitdagingen van het sociaal domein kan je nou eenmaal niet in hokjes verdelen. Een jongere die worstelt met schulden én psychische klachten komt daardoor in meerdere systemen terecht zonder dat iemand het totaalbeeld heeft. Beleidsmakers kunnen hier verschil maken door te investeren in een meer integrale visie en monitoring.

 

Sturen op echte maatschappelijke impact

Ook voor raadsleden ligt hier een kans. Als zij niet uitsluitend sturen op aantallen en euro’s, maar op maatschappelijke doelen, verandert de dynamiek. Raadsleden kunnen sturen op vragen als: dragen onze voorzieningen bij aan minder eenzaamheid? Krijgen inwoners meer grip op hun leven? Zulke sturing vraagt om verdieping, maar zorgt wel dat beleid dichter bij de leefwereld van inwoners komt.

Toezicht en verantwoording zijn onmisbaar in het sociaal domein. Maar de manier waarop we ze nu inrichten schiet vaak tekort. Door het doel te verschuiven van output naar outcome, door verhalen te combineren met cijfers en door verantwoording te koppelen aan het proces, kunnen gemeenten veel effectiever sturen.

De kernvraag blijft: meten we vooral wat (makkelijk) te tellen is of durven we te zoeken naar wat werkelijk telt? Als beleidsmakers die stap durven te zetten ontstaat er ruimte voor een sociaal domein dat niet alleen verantwoordt, maar vooral ook leert en verbetert ten gunste van de mensen om wie het draait.

Geïnspireerd geraakt? Neem contact met ons op en laten we samen ontdekken hoe beleid echt het verschil kan maken.

Meer artikelen.