De R van Raadgever
Caroline van Deursen
Jongeren en voorliggende voorzieningen als raadgever: van inspraak naar impact
Er is veel onderzoek gedaan naar gesloten jeugdzorg, met als gevolg de beslissing om deze af te bouwen. Maar hoe voorkomen we dat deze transformatie uitmondt in een herhaling van oude patronen? Rapporten van de Commissie De Winter (2019) en het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) wijzen op de schadelijke effecten van gesloten zorg voor kinderen en gezinnen. De uitdaging is nu: hoe realiseren we echte verandering?
Oude patronen in een nieuw jasje?
In haar proefschrift “Boemerangbeleid” laat Sharon Stellaard zien dat hervormingen in de jeugdzorg onbedoelde en zelfs tegenstrijdige effecten kunnen hebben. Veranderingen die bedoeld zijn om problemen op te lossen, leiden vaak tot vergelijkbare of zelfs ernstigere problemen. Dit geldt ook voor de afbouw van gesloten jeugdzorg, waarbij drie hardnekkige patronen van oude gewoonten in stand lijken te blijven:
- De reflex van verzwaring: Wanneer een interventie niet werkt, wordt deze vaak niet aangepast maar juist verzwaard, met duurdere en langere trajecten tot gevolg. Jongeren belanden dan bijvoorbeeld in ‘kleinschalige’ voorzieningen met dezelfde controlemechanismen als gesloten instellingen. Dit lijkt minder gesloten, maar verandert weinig aan de inhoud van de zorg.
- Cyclische hervormingen zonder structurele verandering: Jeugdzorg kent een geschiedenis van hervormingen die vooral organisatorisch zijn, zonder fundamentele verandering in principes. Hierdoor belanden jongeren via omwegen alsnog in geslotenheid.
- Systeemlogica boven ervaringskennis: Beleidskeuzes worden vaak ingegeven door organisatorische haalbaarheid in plaats van door de behoeften van jongeren. Efficiëntie wint het van maatwerk. Ervaringskennis wordt gemarginaliseerd, met een mismatch tussen zorg en behoefte tot gevolg.
Onbedoelde effecten van beleidsmaatregelen
Beleidsmaatregelen die geslotenheid moeten verminderen, kunnen averechts werken. Crisisopvang lijkt een mild alternatief, maar leidt soms tot meer instabiliteit of terugval in geslotenheid. Instellingen raken overbelast of kunnen de zorgvraag niet aan, wat jongeren in de knel brengt — een klassiek voorbeeld van boemerangbeleid.
Hoewel jongeren meer zeggenschap krijgen via jongerenraden of ervaringsdeskundigen, blijft de invloed vaak beperkt. Organisaties blijven handelen volgens vaste protocollen, waardoor de stem van jongeren onvoldoende effect heeft tijdens het verblijf of behandeling. Nog wonderlijker is het dat er nauwelijks tot geen onderzoek plaatsvindt na het verblijf. Het ontbreekt vaak ook aan een lerende en kritische blik op hoe het gehele zorgtraject is verlopen.
Voorliggende voorzieningen zoals scholen, wijkteams, jeugdteams en eerstelijns jeugdhulp zijn essentieel in het vroegtijdig signaleren van knelpunten én het voorkomen van escalatie richting zwaardere zorg. Deze voorzieningen bevinden zich in een unieke positie om met jongeren in gesprek te gaan over wat werkt, wat niet werkt en waar ruimte is voor maatwerk en aanpassing. Juist hier kunnen jongeren al in een vroeg stadium als raadgever worden betrokken. Door hun ervaringen te benutten, kunnen voorliggende voorzieningen leren en verbeteren. Daarmee dragen zij direct bij aan het voorkomen van onnodige doorstroom naar gesloten of intensieve vormen van jeugdhulp.
De patronen zijn bekend en onderzocht — en toch blijven ze bestaan. Waarom lukt het niet om écht te veranderen?
De rol van continu leren en onderzoek
Echte transformatie vraagt om een lerende aanpak waarin praktijk, ervaring en onderzoek samenkomen. De stem van jongeren moet tijdens en na een zorgtraject invloedrijk zijn in besluitvorming — dat is de sleutel tot duurzame verandering. En dat geldt dus ook voor de professionals en instellingen in het voorliggende veld: hoe eerder jongeren gehoord worden, hoe groter de kans op duurzame oplossingen dichtbij huis.
Bouwen aan duurzame verandering
DAPPER is een model dat houvast biedt aan gemeenten in tijden van transformatie. Het biedt een helder, begeleidend stappenplan dat helpt bij het maken van onderbouwde keuzes. Binnen deze methodiek speelt de Raadgever een cruciale rol. Het goed invullen van de positie van Raadgever stelt jongeren in staat om invloed uit te oefenen op hun zorgtraject en helpt zo bij de afbouw van gesloten jeugdzorg. Dat gebeurt op drie manieren:
- Tegenwicht tegen systeemlogica: Ervaringsdeskundigheid wordt niet alleen erkend, maar krijgt een centrale plaats in besluitvorming. De Raadgever stimuleert een cultuurverandering waarin jongeren invloed hebben, niet slechts inspraak. Het is aan de zorginstellingen en beleidsmakers om deze kennis daadwerkelijk te integreren in het zorgaanbod en besluitvormingsprocessen.
- Bescherming tegen verzwaring: De zorg wordt afgestemd op de werkelijke behoeften van jongeren, los van administratieve richtlijnen. De Raadgever stelt kritische vragen over het zorgtraject en draagt bij aan betere aansluiting op behoeften van jongeren — ook in het voorliggende veld.
- Wapen tegen cyclische hervormingen: Door continu feedback te verzamelen en te gebruiken ontstaat een cultuur van leren. Jongeren beïnvloeden direct de richting van zorg en beleid. Dit geldt zowel voor de zwaardere jeugdzorg als voor de voorliggende voorzieningen.
Hoe dan?
In een dynamisch zorglandschap is een lerende instelling essentieel. De Raadgever faciliteert deze inzet door:
- Te evalueren welke initiatieven werken en welke niet, en waar in het traject het omslagpunt ligt. Dat helpt om effectiviteit van alternatieven te analyseren en gericht bij te sturen.
- Ervaringen te delen in leernetwerken en werksessies, waarin jongeren en professionals samenkomen om oplossingen te ontwerpen en toetsen.
- Inzichten uit zorgtrajecten te verzamelen en op basis van data, beleid en praktijk aan te passen.
- Innovaties te borgen door succesvolle initiatieven structureel te verankeren. Denk aan jongerenpanels, doorlopende begeleiding en erkenning voor inzet (bijv. vergoeding, certificaat, rol in presentaties).
Van inspraak naar impact
Jongeren zijn Raadgever wanneer ze vroegtijdig worden betrokken, wanneer hun stem besluitvormend gewicht heeft en wanneer hun perspectief een toetssteen is voor kwaliteit — ook in de vroegste fasen van zorg.
Echte transformatie vraagt om een structurele aanpak
De afbouw van gesloten jeugdzorg is noodzakelijk. Maar zonder structurele verandering én zonder de stem van jongeren dreigen we terug te vallen in oude patronen. Het is tijd voor dappere keuzes. De inzichten zijn er — nu is het moment om ze te verankeren in de praktijk van jeugdzorg, te beginnen bij de voorliggende voorzieningen. De uitdaging is nu om deze voorzieningen niet langer als voorportaal te beschouwen, maar ze te erkennen en versterken als volwaardige oplossingspartners in de jeugdzorg.
Waar DAPPER voor staat
DAPPER is een model dat houvast biedt aan gemeenten in tijden van transformatie. Het doet dit door aan de hand van een overzichtelijk en begeleidend stappenplan voortdurend keuzes af te dwingen op basis van een duidelijke focus. Het maakt de te nemen stappen overzichtelijk en dient als een complete aanpak van begin tot eind. Het gebruik van dit model garandeert succes doordat het de focus legt op wat het meest oplevert en zorgt dat de keuzes die worden gemaakt, worden onderbouwd met realistische prognoses op basis van gegronde data-analyse.
